De Citadel van Würzburg, ook bekend als de Festung Marienberg ligt bij Würzburg in Unterfranken. Verder staat het bekend als de Festung Unser Frauen Berg.
De citadel ligt op berg op de linkeroever van de rivier de Main, circa 100 meter boven de rivier uitstekend. De westzijde is als enige zijde vlak. Aan de noordzijde liggen de tuinen, die tijdens de Landesgartenschau in 1990 aangelegd zijn. De andere twee zijden van de berg worden gebruikt als wijngaard; de kleine zijde aan de oostflank heet de Schlossberg, de zuidflank wordt Innere Leiste genoemd.
Al in de Keltische tijd bevond zich hier een zogeheten vluchtburcht. Na de Grote Volksverhuizing kwamen in de 6e eeuw de Franken naar deze regio. Aan het begin van de 8e eeuw is de Marienkirche gebouwd, de oudste kerk van Würzburg.
De vesting werd in de loop der tijd meerdere keren verbouwd. De oudste bewaard gebleven delen stammen uit 704; de kleine Marienkirche. Rond 1200 werd een kasteel met vesting gebouwd, het paleis van Konrad von Querfurt. Tussen 1253 en 1719 was de vesting Marienberg deresidentie van de Würzburgse prinsbisschoppen.
In 1525, tijdens de Boerenoorlog, werd de citadel belegerd, echter zonder succes. Voor de aanhangers van bisschop Konrad II von Thüringen bleef de vesting een plaats om zich terug te trekken in een verder verwoest bisdom.
De vestingcommandant tijdens de belegering door de Boeren was de provoost maarkgraaf Friedrich von Brandenburg (1497-1536) en in totaal bevonden zich 400 mensen op de vesting, waarvan iets meer dan 240 soldaten.
Nadat een brand
Nadat een brand, verooraakt door prins-bisschop Friedrich von Würzburg, op 22 februari 1572 grote delen van de burcht waaronder de Hofbibliotheek verwoest had, werd vanaf 1573 onder de nieuwe prins-bisschop Julius Echter von Mespelbrunn de burcht verbouwd in renaissancestijl, die nu nog zeer zichtbaar is. In de zuidvleugel liet Julius Echter in 1579 zijn nieuwe bibliotheek inrichten.
Tijdens de Dertigjarige Oorlog veroverden de Zweden onder Gustav II Adolf de vesting op 18 oktober 1631. Pas nadat de Zweden verdreven waren en de Frankische prins-bisschoppen waren teruggekeerd werd de vesting verbouwd in barokstijl.
Prins-bisschop Johann Philipp von Schönborn (1642–1673) en zijn gevolg lieten talrijke militaire bastions en uitbreidingen aanleggen. In totaal besloegen de vestingwerken circa twaalf kilometer in omtrek. Binnen in de vesting bevindt zich een bron met een diepte van 105 meter.
Maria Renate Singer von Mossau werd gevangengezet in de vesting Marienberg; zij geldt als laatste Frankische slachtoffer van de heksenvervolgingen.
Tijdens de veldtocht langs de Main in 1866 nam het Pruisische leger de vesting Marienberg, die op dat moment als koninklijke Beierse vesting diende, onder vuur. De belegering resulteerde in een hevige brand op de berg, maar de Beierse artillerie kon desondanks standhouden en de Marienberg bleef tot aan de wapenstilstand onbedwongen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gold de burcht als SA-Hilfswerklager, waarmee bedoeld wordt dat werkloze jonge SA-Kameraden werden omgeschoold. Tijdens het bombardement van Würzburg op 16 mei 1945 werd de vesting zwaar beschadigd en vanaf 1950 herbouwd.
(Bron: Wikipedia (Duits))